Woning met pakhuis, taxibedrijf en kunstmesthandel


In 1877 koopt de gemeente Smallingerland een strook grond aan voor de aanleg van een weg, de Havenweg. De bewoners gebruiken de naam Nije Wei en later ook wel Tarwei.

In 1900 wordt zuivelfabriek ‘de Hoop’ gebouwd en in 1953 krijgt de straat de naam Fabrykswei.

Tijdens de voor- en najaarsmarkt staan op de Fabrykswei de hokken voor de schapen, lammeren, varkens en biggen.


Tiete de Vries handelt in kunstmest, landbouwzaden en veevoer. Bovendien heeft hij samen met zijn broer Hattum een veerdienst op Leeuwarden met de stoomboot ‘Voorwaarts 2’ en later de ‘Oudega Smallingerland’. De boot is bestemd voor vervoer van passagiers, goederen en vee. Dit heeft geduurd tot 1937, daarna gaan de gebroeders over op vervoer van goederen en vee over de weg. Tiete is tot zijn overlijden in 1945 doorgegaan met het veevervoer. Daarna is zijn deel overgenomen door zijn neef Jelle van der Wal, die het aandeel van Hattum de Vries in 1938 heeft overgenomen.

Christine de Vries-Welling met haar zoon Cornelis gaan verder met de kunstmesthandel, taxibedrijf en solexverhuur. Ook heeft zoon Cornelis hier een autorijschool. In 1953 verhuist Cornelis met zijn gezin naar Slotsingel 18.


Bewoners Fabrykswei 14:

Tiete en Christine de Vries 1925-1945

Christine de Vries-Welling en zoon Cornelis de Vries 1945-1953

Christine de Vries-Welling 1953-1964

Jantje Jelsma-de Vries en kinderen 1964-1978

Douwe en Tineke Kooistra-Jelsma 1978-2001

Sjoerd van Bruggen en Hendrikje de Boer 2001-2003

Edu en Catrien Hoekstra-Adema 2003-2019

Theo Spoelstra 2019