Waterschap de Gealannen/ Eastersanning



Al in 1916 worden er voorbereidingen getroffen tot het stichten van dit waterschap. Met als belangrijkste doel de inpoldering van de Oosterzanding, dit zou 's winters een belangrijke bescherming voor het dorp zijn.

Pas in 1919 is er sprake van een officiele oprichting. In de jaren 1920/21 wordt de Oosterzanding drooggelegd. Doordat de oude waterweg naar Oudega door de Oosterzanding loopt moet er eerst een nieuwe vaart naar Oudega gegraven worden. Bij de drooglegging wordt er ruimte vrijgemaakt voor de aanleg van een ijsbaan.

In 1921 krijgt het waterschap een rijkssubsidie met betrekking tot bestrijding van de werkloosheid. Deze loopt op tot 40% van de totale kosten van de inpoldering. Er ontstaat een polder van 68 ha. Welke in 30 percelen wordt verkocht. Er worden 10 nieuwe boerderijen gebouwd en de eerste bewoners zijn; Tjitze en Akke van der Wal, Joeke en Dieuwke Adema, Bauke en Matte de Vries, Haaije en Wimke van der Wal, Douwe en Aaltsje Sibma, Jacob en Grietsje Slotegraaf, Hendrik en Grietsje Tasman, Douwe en Trijntje Welling, Meindert en Froukje Slotegraaf, Reinder en Jeltje Wiersma.

Het elektr. gemaal van waterschap de Gealanden zorgt voor de bemaling van zowel de Gealannen als de Oosterzanding. Eerste machinist is Johannes Veenstra.

Het eerste bestuur bestaat in 1923 uit ds. A. Carsjens, J. Vaartjes, A.W. Welling, M. Riemersma, P.U. Tjeerdsma en S. Breeuwsma.