Rechthuis, herberg en bakkerij


 


Het voormalige Rechthuis van de grietenij Smallingerland staat in Oudega, omdat dit ooit het bestuurscentrum van de grietenij was.

De bovenzaal van de herberg wordt gebruikt door het bestuur van de grietenij. Na een grote dorpsbrand in 1738 wordt in het zelfde jaar de herberg-gerechtskamer herbouwd. De gevelsteen met het reliëf van Vrouwe Justitia en de initialen van de toenmalige eigenaren Foocke Wytzes en Ebeltsje Meinerts verwijst naar de oorspronkelijke functie van het pand. Dit kunstwerkje mag gerekend worden tot de eerste rococo-scheppingen in Nederland. Het is vervaardigd door een in Oudega geboren jongeman, Kornelis Kooystra, pleegkind van Foocke en Ebeltsje.

De “weer”of gerechtskamer in het rechthuis verliest in 1816 zijn bijzondere functie, eerst aan Opeinde en vervolgens aan Drachten. Drachten is in 1832 de nieuwe hoofdplaats van de grietenij. In 1821 is Klaas Tjeerds eigenaar van de herberg, zijn weduwe verkoopt in 1837 de herberg aan R. Eldering. Hierna wordt de familie Mulder van 1855 tot 1952 eigenaar van de herberg/bakkerij.

Ook Franke van der Meer, de nieuwe eigenaar, is bakker en herbergier. Als in 1962 Romke van der Meer eigenaar wordt is er geen bakkerij meer. Wanneer Johan de Groot in 1978 het pand koopt is het niet alleen café maar ook uitzendbureau.

Kunstnijverheid en expositieruimte is in 1983 de volgende bestemming van het pand; “de Santepetyk”. Dit duurt tot 1990 en is daarna alleen woonhuis.